Rémon Kwant heeft voor het eerst in zijn carrière een individuele medaille behaald op het EK Inlineskaten. De 26-jarige rijder uit Koekange knokte zich in de finale van de one lap naar het brons en was daar na afloop dolgelukkig mee. “Ik heb niet de minsten eraf gereden.”Foto : Neeke Smit
Na een enigszins tegenvallende dertiende plek in de voorronde plaatste Kwant zich een stuk eenvoudiger voor de halve finale. Daarin trof hij Duccio Marsili, Antonio Edgar Freitas en Nil Llop en met name Llop maakte het Kwant moeilijk, zo niet onmogelijk om de finale te halen. De Spanjaard duwde de Nederlander ‘serieus naar de buitenkant’ en werd na afloop van zijn race beboet voor zijn onreglementaire actie. “Er werd mij een kans ontnomen om de tweede plek te verdedigen. Mooi dat de jury heeft ingegrepen”, vertelt Kwant, die tijdens zijn race al het gevoel had dat de jury de beelden zou gaan terugkijken.
“Ik dacht: ik moet volle bak doorrijden, want het zou zomaar kunnen zijn dat ze me óf aan de finale toevoegen óf dat ze de tweede met de derde plek omwisselen.” Uiteindelijk gebeurde het laatste, waardoor niet Llop, maar Kwant naar de finale van de one lap mocht. “Ik zat in de bus toen ik het te horen kreeg en werd vanaf dat moment heel zenuwachtig. Ik kreeg een flashback naar het EK van Pamplona, waar ik in de finale van de 500 meter als vierde eindigde. Het enige wat je niet wil, is vierde worden in een finale. Ik wist bij mezelf: als ik een goede start zou hebben, zou het mogelijk moeten zijn om iemand in te halen.”
In de finale moest Kwant opnieuw vanaf de vierde startpositie beginnen, maar net als tijdens de eerdere rondes kende hij een bliksemsnelle start. De Drenthenaar vloog naar de tweede plek en hoefde alleen de Italiaan, en de uiteindelijke winnaar, Duccio Marsili voor zich te dulden. Yvan Sivilier en Vincenzo Maiorca hingen echter in zijn nek en vlak voor de bocht ging Sivilier hem voorbij, waarna Kwant meteen om zich heen keek om te zien of Maiorca op komst was. “Ik zag hem heel hard naar me toe komen en dacht: nee, nee, niet wéér vierde! Ik hoopte alleen maar dat ik mijn spagaat goed zou timen en hem net voor zou blijven.”
Foto: Neeke Smit
Foto: Neeke Smit
Dat lukte, want het verschil op de finish bleek uiteindelijk slechts één duizendste van een seconde. “Dit is gewoon super. Als ik zie wie ik er allemaal af heb gereden, kan ik daar alleen maar heel trots op zijn”, jubelde Kwant na afloop. Na de zilveren medaille op de teamsprint, samen met Lianne van Loon, was de bronzen medaille op de one lap een extra fijne opsteker. Want hoewel Kwant met hoge verwachtingen naar Portugal was afgereisd, vielen de individuele prestaties hem tot vandaag behoorlijk tegen. Op de 500 en 1000 meter kwam hij niet in de buurt van de medailles en ook op zijn sowieso al mindere 100 meter was hij snel uitgeschakeld.
“Na het EK in Pamplona had ik mezelf als doel gesteld dat ik het podium bij het EK wilde halen. Ik had ook echt het idee dat ik ten opzichte van de vorige jaren een stap had gemaakt, maar toen ik hier, niet helemaal topfit, kwam, merkte ik dat mijn niveau niet was wat ik had gehoopt en verwacht.” De meervoudig Nederlands kampioen dacht even terug aan de afgelopen maanden, waarin hij voornamelijk in zijn eentje trainde. “Ik heb geen zin om nóg een jaar helemaal alleen te trainen en vervolgens tiende of vijftiende te worden. Daar doe je het niet voor. Ik ben heel blij dat het er vandaag is uit gekomen en dat het vertrouwen weer een beetje hersteld is. Ik heb mezelf nog niet afgeschreven.”
Overige Nederlanders
Voor de overige Nederlanders was er minder succes op de one lap. Moniek Klijnstra haalde bij de senioren als enige Nederlandse vrouw de halve finale en kwam daarin net tekort voor een plek bij de eerste twee. De Friezin, die in haar heat vanaf de vierde startpositie moest beginnen, kende een goede start en lag al snel op de tweede plek. Toch zag ze niet veel later toe hoe de Duitse Laethisia Schimek haar buitenom inhaalde. Op het laatste rechte stuk kwam Klijnstra er niet meer aan te pas en moest ze genoegen nemen met de derde plek. Lianne van Loon en Elisa Dul plaatsten zich eerder op de dag niet voor de halve finales.
Bij de junioren A leek Jenning de Boo samen met Teo Majdfar op weg naar de finale, ware het niet dat de Fransman halverwege het rondje onderuit gleed en De Boo in zijn val bijna meenam. De jonge Nederlander kon hem echter ternauwernood ontwijken, maar verloor zó veel snelheid dat de twee Spanjaarden die enkele meters achter hem reden hem vervolgens nog konden passeren. Marieke de Vries kende eveneens weinig fortuin. In de kwartfinale reed ze precies dezelfde tijd als de Italiaanse Anastasia Federici, maar na bestudering van de finishfoto bleek ze enkele duizenden van een seconden tekort te komen om door te gaan.
Afvalkoers
Diogo Marreiros en Marie Dupuy kroonden zichzelf tot Europees kampioen op de afvalkoers. De 29-jarige Portugees veroverde daarmee zijn vierde titel van de week, terwijl Dupuy voor de tweede keer deze week haar handen in de lucht mocht doen. De Francaise klopte in een spannende eindsprint de Duitse Josie Hofmann en de Italiaanse Linda Rossi. Marreiros was wederom een klasse apart en had in de laatste ronde weinig te duchten van zijn tegenstanders. Giuseppe Bramante en Stefano Di Natale eindigden als tweede en derde.
De Nederlanders speelden opnieuw geen rol van betekenis. Bij zowel de mannen (Ruurd Dijkstra) als de vrouwen (Elsemieke van Maaren) eindigde de beste Nederlander op de elfde plek. Patricia Koot reed bij de junioren A een prima afvalkoers en hoefde met een zesde plek slechts vijf rijdsters voor zich te dulden. Marieke de Vries (twaalfde) en Chris Berkhout (negende) deden het bij de junioren B eveneens naar behoren.