De kogel is door de kerk: de KNSB zendt een équipe van zeven inlineskaters naar de wereldkampioenschappen in Colombia. De WK Inlineskaten worden van 6 t/m 13 november gehouden in Ibagué, op 200 kilometer van de hoofdstad Bogotá, gelegen op 1100 meter hoogte.
Het was geruime tijd onzeker of de KNSB wel een team naar de WK Inlineskaten zou afvaardigen. In Colombia heerst sociale onrust, wat tot veiligheidsrisico’s kon leiden, en de coronasituatie was lang onduidelijk. Begin deze week ontving de KNSB echter goede berichten vanuit Colombia, ‘het mekka van het inlineskaten’.
“Op beide vlakken zijn we gerustgesteld”, zegt Marcel Scheperkamp, disciplinemanager inlineskaten van de KNSB. “Onze vragen zijn naar tevredenheid beantwoord door het lokale organisatiecomité en World Skate. Voor de Colombianen is inlineskaten volkssport nummer één, wij hebben er alle vertrouwen in dat zij dit WK goed zullen organiseren.”
Dat is goed nieuws voor alle voorgeselecteerde rijders. Zij reden afgelopen weekeinde een wedstrijd in Terni (Italië), die voor de Italianen gold als selectiemoment. “Onze rijders hebben het daar goed gedaan. Ze gaan allen mee naar het WK”, aldus Scheperkamp.
De Nederlandse WK-selectie bestaat uit Berber Vonk (foto boven), Lianne van Loon, Moniek Klijnstra, Rémon Kwant (foto), Ruurd Dijkstra (foto boven) en de junioren Patricia Koot en Jorian ten Cate. Hoewel het team klein van omvang is, blijft de ambitie duidelijk. “We willen daar medailles halen”, zegt Scheperkamp, die zelf als teammanager meereist. Frank Fiers en Valentina Berga-Belloni zijn de bondscoaches,
Voor de meeste inlineskaters zit het seizoen erop en gaat de blik op de winter. De mogelijke WK-gangers zijn intussen nog hard aan het werk. Een zogenaamde preselectie van zeven rijders is vol goede moed aan gezamenlijke trainingen begonnen, al is een definitief besluit over Nederlandse deelname in Colombia nog niet genomen. De KNSB wil eerst duidelijkheid over de veiligheidssituatie in het land.Foto : Neeke Smit
Er is al geruime tijd onzekerheid over Nederlandse deelname aan de WK. Als het aan disciplinemanager Marcel Scheperkamp ligt, is Nederland in Colombia ‘gewoon’ van de partij. Wel wil hij meer weten over de coronaregels rond het toernooi. “We wachten al een tijdje op meer informatie. Sommige landen hebben al hotels geboekt en hebben ook nog geen bericht gekregen. Hoe zit het met corona, quarantaines, de zorg en het vervoer?” Op dit moment is een gefundeerde beslissing nemen onmogelijk, stelt Scheperkamp, en dus blijft uitsluitsel over deelname ook uit.
Zo zitten de zeven rijders in de preselectie voor de WK in de rare situatie dat ze toewerken naar een toernooi waarvan ze nog niet weten of Nederland daar wel bij is. Ruurd Dijkstra, Rémon Kwant, Jorian ten Cate (hersteld en wel), Berber Vonk, Moniek Klijnstra, Lianne van Loon en Patricia Koot zijn de zeven uitverkorenen. De kleine selectie traint vier keer in de week op de piste in Heerenveen onder het toeziend oog van bondscoaches Valentina Berga-Belloni en Frank Fiers.
De rijders werken fanatiek naar het toernooi toe. Kwant sprak zich enkele weken terug bij de NK in Heerde er al over uit dat Nederland wat hem betreft in Colombia niet kan ontbreken. “Dat is een stukje verantwoordelijkheid dat we als land hebben richting de sport. Ze organiseren het niet voor niets. Corona is een risico, maar dat wil ik wel nemen”, sprak hij toen. Die mening is hem nog altijd toegedaan. “Om volgend jaar sterker te worden zou het beter zijn om erheen te gaan. Je bouwt door naar een hoger niveau en dat neem je mee naar volgend jaar. Het is dan makkelijker om weer een stap te zetten.”
De onzekerheid of ze straks wel in het vliegtuig naar Zuid-Amerika kunnen stappen knaagt alleen wel een beetje. Kwant werkt echter geduldig verder. “Zolang we niks horen, doen we alsof het doorgaat. Je kan moeilijk stilzitten en slecht voorbereid die kant op gaan”, vertelt hij vlak voordat hij vertrekt voor de volgende training. “Trainen moet je toch en het is mooi om te zien hoe het nu op de trainingen gaat. Iedereen wil er vol voor gaan. De neuzen staan dezelfde kant op.”
Ook Valentina Berga-Belloni willen niet te lang stilstaan bij de bijzondere omstandigheden. “Als bondscoach werk je gewoon richting WK, maar ik ben wel positief. Zodra er bericht van de organisatie is, wordt er snel meer duidelijk”, vertelt de trainster. Veel liever kijkt ze naar de ontwikkeling van de rijders. “Op dit moment in het jaar kunnen we meer doen om ons als team goed voor te bereiden. In aanloop naar de EK was de groep eigenlijk nooit compleet, nu zijn de beste rijders vier keer per week bij elkaar.” De bondscoach heeft er vertrouwen in dat dat ook in de resultaten terug te zien gaat zijn. “Het is een mooie uitdaging en ik verwacht zeker dat er stappen gezet gaan worden.”
In afwachting van het oordeel van de KNSB werken bondscoaches en inlineskaters gestaag door. Zorgen maakt men zich eigenlijk niet. Kwant heeft juist wel enig begrip voor de houding van de bond. Zou hij eventueel op eigen titel naar de WK willen als dat zou kunnen? “Ik denk dat het een onbegonnen zaak is. Het heeft ook niet zoveel zin om daar in mijn eentje te zitten. Ik hoop vooral dat ze een slim besluit nemen en niet allemaal andere redenen naast corona erbij halen om niet te hoeven gaan. Het is hopen op het beste en dan zullen we het wel zien.”
Disciplinemanager Scheperkamp denkt eveneens dat het niet tot dergelijke verzoeken zal komen. “Vooralsnog gaan we ervan uit dat we gaan. We kunnen het de sport immers niet aandoen om niet naar de WK te gaan, ook al is het maar met heel weinig mensen. Op eigen titel meedoen zou kunnen, al brengt het wel weer heel andere problemen met zich mee. Voor mij is dat een vraag die pas opkomt op het moment dat er een negatief besluit valt. En dat verwacht ik niet.”
Voor de derde keer op rij heeft Moniek Klijnstra de Nederlandse titel op de 200 meter gepakt. De Friezin noteerde in de finale bij de Daikin NK Inlineskaten in Heerde als enige een tijd onder de 20 seconden. Rémon Kwant zegevierde bij de mannen en pakte daarmee zijn tweede titel van het weekend.
Klijnstra, die de afgelopen jaren wel gewend is om als Nederlands kampioen op de 200 meter door het leven te gaan, was voorafgaand aan de wedstrijd behoorlijk zenuwachtig. “Gisteren had ik geen goede dag. Met de 500 meter heb ik gewoon een haat-liefdeverhouding. De 200 meter is gelukkig een afstand met veel meer power. Voor mij is het echt ‘hoe korter hoe beter’. Er is geen tactiek en je hebt wat meer ruimte omdat je alleen rijdt.”
Ondanks haar zegereeks was het geen zekerheid dat Klijnstra zaterdag opnieuw kampioen zou worden. “In de training zitten Fleur en ik heel dicht bij elkaar”, doelend op de nummer twee Fleur Huls. “We ontlopen elkaar echt weinig. Ik wist dat ik een goede dag nodig zou hebben om haar te kunnen kloppen.” Die goede vorm keerde zaterdag gelukkig terug. “Het voelde goed en Valentina gaf ook een goedkeurende blik. Ik ben heel blij met de tijden.”
Ze bleef Huls toch vrij ruim voor en pakte daarmee voor het eerst drie Nederlandse titels in een en hetzelfde seizoen. In Rotterdam wist ze namelijk op de weg al kampioen te worden op de 100 meter en de one lap. Op de 200 meter van zaterdag veroverde Lataesha Narain het brons. Het talent van KTT Noordwest werd tevens Nederlands kampioen bij de junioren A.
Foto: Neeke Smit
Kwant verlengt NK-titel Nadat Klijnstra haar titel voor de tweede keer had geprolongeerd veroverde Rémon Kwant net als vorig jaar het goud bij de mannen. In de finale zette hij de klok stil op 18,392, genoeg voor de overwinning. Thuisfavoriet Glenn Nijenhuis, luid aangemoedigd door het verzamelde publiek, pakte het zilver. De Heerdenaar greep direct na de finish naar zijn onderrug: een teken dat een slepende blessure opnieuw opspeelde. Bas Meijer pakte het brons.
Bij de junioren B gingen de Nederlandse titels naar Marieke de Vries en Bret Groot. De Vries hield Elanne de Vries en Denice Nieuwenhuis van het goud, Groot eindigde voor Chris Berkhout en Mathijs Molenaar. Asia Renda en Sem Spruit wisten het goud te veroveren bij de kadetten.